Het leerprogramma duurt een jaar en is een combinatie van colleges, groepsopdrachten en praktijkstages. Bij alle werkvormen komen de drie pijlers terug: ondernemerschap, gastheerschap en stressbeheersing.
In het eerste deel van het programma maken de deelnemers kennis met organisaties en bedrijven buiten hun directe ervaringssfeer. Zij krijgen inzicht in en kennis van andere organisaties en sectoren waar zij eerder geen toegang toe hadden en zien en ervaren hoe die omgaan met de drie competentievelden. Dat maakt hen vertrouwd met vragen en problemen van ondernemers en ondernemende organisaties op het gebied van onder meer financieren, saneren, bedrijfsvoering en liquiditeit.
In het tweede deel van het programma zetten zij de opgedane kennis en ervaringen in en maken zij hun eigen afdeling of unit gastvrijer en ondernemender. In een ondernemersplan beschrijven zij de verbeteringen voor de afdeling of unit en de rol die zij daarin hebben. Ook leren zij hoe zij de eigen organisatie kunnen overtuigen van het succes van de nieuwe werkwijze. Verschillende vraagstukken komen aan bod: uitbesteden of zelf doen, meer aandacht voor kerntaken of juist verbreding van het aanbod, en een betere samenwerking met niet aan zorg gerelateerde bedrijven en organisaties door het bouwen van een netwerk buiten de zorgsector.
Voorafgaand aan het leerprogramma vullen zowel de zorgprofessionals als hun bestuurders een competentiematrix in. De uitkomsten daarvan laten duidelijk zien waarop het accent moet komen te liggen in het leerprogramma.